zaterdag 11 april 2009

A Beautiful World

“My my my, it’s a beautiful world”, zoals de Australische zanger Colin Hay dat zo mooi zingt. A beautiful world indeed op dat kleine, bijna verlaten eilandje van Koh Payam aan de westkust van Thailand. De afgelopen anderhalve week heb ik daar heerlijk lekker niets mogen doen. Ik had het geluk bij aankomst op het uitgestorven stukje aardkloot een klein hutje aan het strand te bemachtigen en aldaar heb ik mijn tijd prinselijk versleten. Elke ochtend vroeg wakker worden en een duik in de zee nemen en dan de rest van de dag in mijn hangmat lezend en luierend doorbrengen. Misschien aan het eind van de dag, een uurtje voor zonsondergang, een stukje wandelen naar het impromptu volleybalveldje even verderop en daar een potje meespelen. En elke avond op zoek naar een feestje waar de misschien in totaal dozijn medereizigers zich naar alle waarschijnlijkheid ook zouden bevinden. Zo lui heb ik het gemaakt, dat fotograferen erbij ingeschoten is.

Voor een of andere reden heeft het massatoerisme zijn lasterlijke tentakels nog niet uitgespreid over Koh Payam of de vele verlaten eilandjes in de buurt. Misschien heeft het te doen met het feit dat het in vergelijking met al die andere, welbekende, stukjes paradijs in Thailand net iets minder hemels is. Te dicht in de buurt van Myanmar (sorry Birma). Het zand is net niet wit genoeg, de zee niet helder. Misschien te weinig palmbomen. Mogelijk te primitief.

Want de tijd lijkt op Payam stil te hebben gestaan. Er zijn geen auto’s, alleen maar scooters en brommers, geen pinautomaten, banken of supermarkten, wegen, televisie of warm water en riolering. Behoeftes worden in de, nu welbekende, figuurlijke gat in de grond gedaan en doorgespoeld met een emmertje water. Het eilandje is een klein hospitaaltje en schooltje rijk, op een bevolking van vijfhonderd zielen. Plus, er is geen noemenswaardige aanwezigheid van de politie (wat weer tot effect heeft dat men zich geen zorgen hoeft te maken over het nuttigen of in bezit hebben van geestverruimende drugs).

Het regende ook vaak. Bijna op de klok af elke namiddag een uur of twee. Een dag was geheel zonnig. De hele dag daarna stormde het. Misschien is het ook wel te rustig. Weinig te doen, weinig restaurants en bars nog open zo laat in het hoogseizoen; sommige mensen kunnen niet tegen de leegheid en de luiheid. Anderen, zoals ondergetekende, vinden het heerlijk. De locals adverteren Payam als het Koh Samui van de jaren tachtig. Koh Samui, het eiland in het oosten, vlakbij Koh Tao waar ik eerder was, die nu geheel in de ban is van drommen toeristen, elk stukje van het eiland bestraat en geclaimd door resorts en hotels en souvenirwinkeltjes.

Maar aan alle goede dingen komen een eind. En, na vele dagen niksen, heb ik nu wel weer zin in wat avontuur. Geluk bij een ongeluk zijn er twee dingen die nu spelen. Ten eerste komt het Sonkran festival aan. Volgens ingewijden een meerdaags waterspektakel waarbij iedereen vrij krijgt en elkaar op straat natspuit/gooit/maakt. Bangkok moet helemaal te wild zijn, dus daar trek ik naar toe. Komt nog bij dat de politieke situatie in het land weer een stukje achteruit is gegaan.

Misschien weten sommigen nog wel dat een aantal maanden terug de pro-regering betogers (de zogeheten “yellow shirts”) voor een aantal dagen het vliegveld in bezit hadden genomen wat toentertijd voor veel consternatie zorgde. In de hoofdstad is het de laatste paar dagen weer erg onrustig. Pro-Thaksin (de zogeheten “red shirts”, vijand van de gelen) betogers houden de Bangkok de laatste tijd in een wurgreep met demonstraties, betogingen en blokkades van belangrijke verkeerspleinen en wegen. De hele stad is blijkbaar tot stilstand gekomen. De regering, politie en het leger hebben nog geen harde acties ondernomen.

Thaksin, de voormalige premier afgezet door het leger in 2006, persona non grata en beschuldigd van corruptie, stookt de boel vanuit het buitenland behoorlijk op. De red shirts willen de huidige regering tot aftreden dwingen, het liefst door middel van het uitlokken van geweld, en oude vriend Thaksin weer in het zadel helpen. De roden staan er bekend om dat ze betaald worden om op de demonstraties te verschijnen. Een kleine tweeduizend baht per persoon (een kleine vijftig euro) is blijkbaar de prijs voor een revolutie.

Volgens de laatste berichten is in de zuidelijke stad Pattaya, bekend van de seksindustrie, een belangrijke internationale top van de ASEAN-organisatie, die tot doel had een Aziatisch plan te bekokstoven om de mondiale financiële crisis het hoofd te bieden, afgelast na bestormingen en een kortdurende bezetting door Thaksinbetogers. In hoeverre dit gaat aflopen is niet bekend, maar de angst bestaat dat er een gewelddadige confrontatie zal plaats vinden tussen pro- en anti-Thaksin-demonstranten of dat het leger zich weer laat gelden.

Mijn journalistieke voelsprieten beginnen zich weer te roeren. Het wordt denk ik weer eens tijd dat ik terugkeer naar de “beschaafde wereld”. Tot de volgende keer!

1 opmerking:

  1. Ha die Steef!
    Terug naar de 'beschaafde wereld'? Ik zou gewoon nog een paar weekjes in die hangmat blijven liggen, wat een leven! ;)
    Geniet geniet geniet
    x
    Steef

    BeantwoordenVerwijderen