donderdag 16 april 2009

Balaclava

Wat een spanning en sensatie zeg, de afgelopen dagen. Ik wist, toen ik vanuit het zuiden van Thailand terug naar Bangkok aan het reizen was, dat het een interessante tijd zou worden. Zoals sommige van jullie weten, is de afgelopen weken de politieke situatie in het land behoorlijk achteruit gegaan. De uitbarsting kwam, letterlijk en figuurlijk, afgelopen maandag, op de eerste dag van het Thaise nieuwjaar (ook wel Sonkarn-festival).

Door de hele stad waren demonstraties, rellen, gevechten; de noodtoestand werd afgekondigd, een negatief reisadvies werd uitgevaardigd, toeristen moesten binnen blijven (wat natuurlijk niemand deed). Terwijl de hele stad in rep en roer was, vierden Thai en buitenlanders in de Khao San Road Sokarn, totaal niet bewust dat een paar straten verderop mensen gewond raakten en doden vielen. Sokarn is een waterfestival, waarbij iedereen elkaar nat maakt met emmers water en waterpistolen, en mensen een soort van modder in de gezichten van voorbijgangers smeren.

Leuk, maar vermoeiend. Ik vergelijk de festiviteiten maar met een zombiefilm. In de film kun je je huis niet verlaten omdat je dan wordt opgegeten door de hongerige ondoden die op straat rondzwerven. Die onmacht ervaar je ook met Sonkran: nergens ben je veilig, behalve in je hotelkamer, en een korte wandeling van vijftig meter is een ware martelgang waarbij je kletsnat en je gezicht vol met modder uiteindelijk aankomt waar je moet wezen. Met de wetenschap dat je het stukje opnieuw moet lopen. En de kennis dat dit de vierentwintig uur doorgaat. Drie dagen lang.


Efin, terug naar de rellen. Waar ik, natuurlijk als vakantievierende journalist, bij moest zijn.

Ik zal zo goed mogelijk mijn ervaringen tijdens die dag proberen te beschrijven. Ik wist van te voren dat de Thaksin-aanhangers (zie mijn vorige blogpost voor meer info), met hun rode kledij, door de hele stad verspreid waren. Op zondag wisten enkele antiregeringsdemonstranten een tweetal pantservoertuigen van het Thaise leger te “veroveren”. Vanaf toen ging het snel. Ze vielen de ministerie van Binnenlandse Zaken aan, de situatie ging van kwaad naar erger en de premier nam de beslissing om de stad met harde hand weer onder controle te krijgen.

Op goed geluk pakte ik in de ochtend een taxi naar de plek waar de pantservoertuigen waren aangevallen. Niets, op een paar soldaten na. Maar het viel mij wel op dat de straten uitgestorven waren en alle winkelcentra, restaurants en cafeetjes potdicht zaten. Grappig dat het openbaar vervoer nog wel steeds reed. Dus ik in de Skytrain (bovengrondse metro) op naar Victory Monument, een grote rotonde waar blijkbaar veel “red shirts” moesten rondhangen. Ik wist niet zeker of daar iets aan de hand was, maar de afgelopen dagen waren volgens de kranten wel grote demonstraties geweest. Wist ik veel dat ik mijzelf plotsklaps midden in een van de grootste rellen in de stad had gemanoeuvreerd.

Ik wist direct dat het fout zou gaan. Er hing een bepaalde spanning in de lucht. De gigantische rotonde was leeg. Een zijstraat was geblokkeerd door twee gekaapte stadsbussen. Een kleine groep voorbijgangers stond op een loopbrug een andere straat in te kijken. Deze straat was ook uitgestorven, met een paar bussen midden op de weg geparkeerd. In de verte, aan het einde waar de straat uitliep in een ander kruispunt, begonnen red shirts zich te verzamelen. Ik kon zo doorlopen. De eerste twee red shirts die ik zag, vroeg ik of het okay was om foto’s te maken en of ik de straat kon verkennen. “Geen probleem, maar het is niet echt veilig”, zeiden ze met een grote grijns.

Op dat moment zag ik ze nog niet goed, maar een honderd meter verderop, stonden de militairen paraat met machinegeweren, kogelwerende vesten, doorzichtige schilden en knuppels. De redshirts hadden maskers, balaclava’s en motorhelmen op. Ze waren ook bewapend: kapmessen, stokken, ijzeren staven, molotov-cocktails. Kleine brandjes werden gesticht. Een paar journalisten van buitenlandse media hingen ook rond; bepakt en bezakt met helmen op en vesten aan alsof ze in een oorlogszone rondliepen. Wat later niet ver van de waarheid bleek te zijn.

Ik hing een tijdje rond, maakte wat foto’s en sprak met wat red shirts. Steeds meer kwamen opdagen, met bussen, op motoren. De militaire linie, leek van een afstandje, ook steeds verder te groeien. Een ding wat ik nog herinner, is dat tijdens rellen, de beste (en meest veilige) positie voor een journalist achter de politielinies is.

Ik was nog geen minuut in de “veilige zone” toen ik erachter kwam dat het kruispunt waar de soldaten stonden aan twee kanten werd belaagd door de red shirts. De kant waar ik vandaan kwam, richting het Victory Monument, en rechts, de andere kant, op een brede weg. Toen gebeurde er heel veel dingen, heel snel achter elkaar.

Een waterkanon werd ingezet op een brandende bus. Toen probeerde blijkbaar een andere bus de linie van soldaten te rammen. De militairen gingen in de aanval over, begonnen in de lucht te schieten (met scherp) en voerden een charge uit. Sommige schoten gericht op de vluchtende betogers. Ik kan je vertellen dat het een oorverdovend lawaai is.

Toen de betogers verjaagd waren, rende ik weer terug naar de andere linie. Daar probeerde de betogers ook een bus als stormram te gebruiken. Deze ging een kleine brug op, die boven de militaire linie langs liep. Soldaten begonnen op de onbemande bus te schieten die de vangrail in schoot en bijna op het kruispunt daar beneden tuimelde. Toen werd ook de aanval richting Victory Monument ingezet, wederom met veel geweerschoten, traangas en geweld. Na de charge begonnen alle soldaten te juichen, en een paar lokale bewoners die voorzichtig om een hoekje kwamen kijken, applaudisseerden. Het hele spektakel duurde nog geen heel uur.

Jammer genoeg hielden de batterijen van mijn camera er toen mee op en, omdat ik dacht toch niet meer informatie op de straat kon inwinnen, ben ik weer terug gegaan naar dat andere, grote gevecht op de Khao San Road. Naar later bleek, waren maar een paar mensen tijdens deze rel gewond geraakt. Het aantal slachtoffers was aan het eind van de dag rond de 120 gewonden en twee doden. Het leger had laten zien geweld niet te schuwen en resoluut op te treden tegen de demonstranten. De protestleiders schrokken daar zo van, dat ze de volgende dag hun volgelingen opriepen de laatst over gebleven demonstratie- en tentenkamp nabij de Government House te ontmantelen en naar huis te gaan.

Een grote overwinning voor de huidige premier en de regering, en veel gewone Thai zijn ook blij. Eindelijk kunnen ze zich weer vrijelijk door Bangkok begeven, geen rellen meer of blokkades van belangrijke verkeersaders. En eindelijk kunnen ze doen waar ze echt zin in hebben: met hart en ziel op Sonkarn storten.

Dit stukje is naar internetmaatstaven veel en veels te lang. Als allemaal niet te behappen was, kan je ook altijd gewoon de spetterende foto’s bekijken. Tot weerziens!

4 opmerkingen:

  1. Mijn hemel Stefan! Ongelooflijk dat je er opeens middenin zat. Mooi geschreven! Geniet van je avonturen. Groetjes Lieke

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een goeie foto's! Er is ook maar één mafklapper die daar gewoon tussen gaat staan. Respect. Geniet van je tijd daar en kom es ff op msn ofzo, kunnen we ff bijkletsen. Spaterrrr

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hey Stephan,

    Ik heb genoten van je heldhaftige reportage. De foto's maken het verhaal helemaal compleet. Goed gedaan! Ik heb je twee mails geschreven (stephanmeijerhof@gmail.com). Heb je die niet ontvangen of heb je nog geen tijd gehad om te antwoorden(wat ik heel goed kan begrijpen)? Heel veel plezier verder! Wai

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hee oorlogsverslaggever ;)
    Verkoop je je verhalen en foto's wel? Vakantie of geen vakantie, je blijft een journalist!
    Gaaf hoor, zorg je voor nog meer van zulke verhalen? Kan ik weer met spanning wachten op de volgende.

    x Steef

    BeantwoordenVerwijderen